Op kamp

2005-RosaAl een paar dagen kijkt ze er naar uit. Vanavond is het zover. Kamperen! In de achtertuin zetten we samen mijn oude iglo. Het stof van Zuidfranse grond, waar het ding zeker tien jaar geleden voor het laatst in stond vastgehamerd, dwarrelt alle kanten op. ‘Hij mag wel bij mijn boom staan hoor,’ zegt ze.

Geworstel
Na enig geworstel met die ellenlange bamboe-achtige stokken, staat het zilvergrijze tentje even later strak onder de conifeer waar Rosa dagelijks vier meter hoog in klimt.
‘Kijk, dit is de campingdouche!’
Ik hang een waterzak met een doucheslang aan een boomtak. Ze trekt haar kleren uit en begint met de douchekop haar benen nat te spuiten. Droogt haar voeten af en stapt het huis in.
‘Ik ga de poppen halen.’
Ze komt terug met twee Barbie-poppen, een kleine deken en een badhanddoek. Terwijl de poppen onder de douche gaan, serveer ik chili con carne. Ik prijs het aan als ‘echt campingeten’ maar na twee happen heeft ze er genoeg van.
‘Te scherp.’
Ik had al het idee dat ik uitschoot met de chilipoeder. Dan maar rijst en een toetje.

Tandenpoetsritueel
Na het tandenpoetsritueel de pyama aan en zingend (‘Wij gaan in de tent slapen’) naar de iglo. Ze stopt de poppen minitieus in. Ik lees een kwartier voor en kus haar welterusten. Ze sluit de rits achter me tot het laatste opening is gesloten. Een half uur lang hoor ik druk gekwebbel in de tent. Ik loop naar de tent toe en zeg dat ze nu echt moet gaan slapen. Ze spreekt de poppen vermanend toe.
‘Kijk me aan, echt gaan slapen toe.’
‘Ja mama.’
‘Echt hoor.’
‘Ja mama, welterusten.’
‘Welterusten.’
En dan is het stil onder de conifeer.