Ouders bang voor digitale snoodaards

Ook in je rats wanneer je kind de digitale wereld verkent? Dan ben je niet de enige. Liefst 46 procent van de ouders in Nederland en België is er niet gerust op wanneer hun kind online gaat. Ze zijn vooral bang dat de kinderen via netwerksites in contact komen met kwaadwillenden. 17 procent vreest dat hun kinderen persoonlijke gegevens online zetten. Toch heeft de helft van de tieners tussen de twaalf en achttien jaar een computer op zijn/haar eigen kamer en mag 48 procent gebruikmaken van een computer of een laptop in een gemeenschappelijke ruimte – in beide gevallen zonder toezicht van de ouders. Dit blijkt uit een onderzoek van Trend-Micro, een bedrijf dat zich toelegt op het beveiligen van internet content.

Dadendrang
Opmerkelijk is dat de angst van de ouders niet bepaald tot een overdreven dadendrang leidt. Slechts 7 procent van de ouders geeft aan welke websites hun kroost wel en niet mag bezoeken 22 procent van de ouders controleert nooit wat hun tienerkinderen online doen en de helft houdt het bij een goed gesprek.

Hackers
Uit hetzelfde onderzoek komt naar voor dat slechts een kwart van alle tieners tussen de twaalf en achttien jaar al zijn of al haar contacten op sociale-netwerksites als Hyves en FaceBook daadwerkelijk kent. Hierin schuilt een groot gevaar. Het is voor hackers namelijk een eenvoudige manier om kwaad te doen. Vijf procent van de tieners kent zelfs minder dan 25 procent van zijn/haar contactpersonen in deze netwerken.

Niet grappig
Een meerderheid van de jongeren (56 procent) vindt stiekem andermans e-mails lezen of je online voordoen als iemand anders, niet grappig of cool. Toch heeft vijftien procent van de tieners weleens zonder toestemming e-mails van een familielid gelezen. In het geval van vrienden betreft dit slechts acht procent. 21 procent van de ondervraagden heeft zich weleens voor iemand anders uitgegeven op het web. Drie procent heeft zelfs in de online bankzaken van zijn/haar ouders ingelogd. Op de vraag of ze zouden hacken en mensen bespioneren als ze wisten dat ze daar veel geld mee zouden kunnen verdienen, antwoordde zeventien procent dit te overwegen, tien procent zou sterk in de verleiding kunnen komen en zelfs vier procent twijfelt geen moment.

Online tijd
De tijd die jongeren per dag op internet doorbrengen, is niet gering. 37,2 procent van de jeugdige respondenten geeft aan dagelijks één tot twee uur online door te brengen, 27,5 procent surft twee tot drie uur en 21,4 procent tussen de drie en vier uur. Er is zelfs een selecte groep van 7,5 procent, die meer dan vier uur per dag online te vinden is.

Contactpersonen
“Een opvallende uitkomst van dit onderzoek is, dat ouders zich wel degelijk zorgen maken over het internetgedrag van hun kinderen, maar vervolgens niet alles in het werk stellen om hier iets aan te doen”, zegt Rik Ferguson, Senior Security Advisor bij Trend Micro. “Wat ook opviel, is het aantal contactpersonen in online vriendendiensten, die jongeren niet persoonlijk kennen. Het gevaar hiervan is groter dan men denkt. Het is namelijk de ideale manier om op slinkse wijze binnen te komen op het thuisnetwerk van particulieren.”

Regionale verschillen
Opvallende verschillen per provincie: in Drenthe praat 75 procent van de ouders met hun kinderen over wat ze op internet doen; in Groningen en Flevoland is dit slechts 25 procent. In Zeeland kijken de meeste ouders regelmatig mee met wat hun kinderen online uitvoeren (30 procent). In Utrecht zegt geen enkele ouder dit ooit te doen. Aan het onderzoek deden 505 respondenten in de leeftijdscategorie twaalf tot achttien jaar mee. De groep ouders bestond uit 514 respondenten. Alle ondervraagden wonen in de Benelux.