Wat doe je wanneer je kind verslaafd is aan internet?

Steeds meer jongeren raken verslaafd aan het internet. En dat is een kwalijke zaak, vindt psychologe Martine F. Delfos. Daarom pleit ze voor een gezonde virtuele opvoeding. ‘Een eierwekker voor kinderen aan de computer.’

Internetverslaving
Internetverslaving rukt op: jongeren spenderen uren achter elkaar achter hun beeldscherm. Eten, huiswerk of sociale contacten zijn er niet bij. Het baart psychologe Martine F. Delfos grote zorgen. Zij vergelijkt internetverslaving met een gokverslaving. ‘Drugs worden gratis uitgedeeld, dan zijn de gebruikers hooked en heb je een klant erbij. Op internet gelden dezelfde principes: op Second Life (een virtuele wereld op internet, red.) mag je de eerste week gratis, daarna pas een abonnement.’

Cyberpesten
Volgens Delfos mist de communicatie via internet veel non-verbale informatie. De zogenaamde emoticons, gezichtjes met emoties, kunnen volgens haar dit niet overnemen. ‘Het gevolg is dat de dingen vaak pregnanter geschreven worden; overdrijving komt in de plaats van non-verbale uiting. Hierdoor kunnen uitspraken ongehoord hard overkomen,’ betoogt Delfos, die het fenomeen cyberpesten als gevolg hiervan beschouwd.

Schooluitval door internetverslaving
Internetverslaving doet ook op school van zich spreken. Het schoolgebouw is niet langer de ontmoetingsplaats voor jongeren, weet Delfos. ‘Schoolverzuim en schooluitval nemen toe, en de oorzaak is steeds vaker de computer. Zittenblijven als gevolg van internet is niet meer ongebruikelijk.’ Volgens de psychologe zoeken ouders tevergeefs de schuld bij school. ‘Maar als hij niet naar school wil, zit hij mischien in een leukere wereld, de virtuele wereld van internet. Sterker nog: misschien is hij verslaafd en heeft hij begrenzing nodig.’

Ouders moeten dezelfde regels hanteren
Daarom moeten ouders nu regels gaan stellen, vindt de psychologe. ‘Een eierwekker voor kinderen aan de computer,’ luidt haar oplossing. Volgens Delfos is het belangrijk dat alle ouders dezelfde regels hanteren. ‘We moeten groepen vormen rond de vriendschappen van onze kinderen en onderlinge regels in de oudergroep afspreken. We zullen ons moeten ontwikkelen van ouder naar groepsouder.’