gebarentaal baby

Praten baby's in gebarentaal?

gebarentaal babyVolgens kristallenbolkijkers wordt het dè gezinstrend van 2007: gebarentaal praten met je baby. Huh? Ja, je leest het goed, sommige ouders communiceren in gebarentaal met hun baby nog voordat hij kan praten! De hype is over komen waaien uit Amerika waar babygebarentaal een succes begint te worden. Maakt het ‘kiekeboe’ en ‘kiele-kiele’ straks plaats voor druk gebarende ouders? ‘Een baby heeft zoveel meer vertellen.’

Subtiele gebaartjes
Het is een probleem waar veel vaders mee worstelen: terwijl je de kleine in slaap probeert te sussen, begint-ie opeens keihard te krijsen! Wat zou er aan de hand zijn? Wil hij eten, slapen of een boer laten? Trendgevoelige Amerikaanse vaders weten wel raad met deze situatie. Typisch een moment om even wat ‘baby-signs’ uit te wisselen, oftewel babygebaren. Steeds meer Amerikaanse ouders geloven namelijk dat  een baby met subtiele gebaartjes kan aangeven wat hij wel of juist niet wil.

gebarentaal babyGebrabbel
Babygebarentaal is geen taal die in de standaard babyliteratuur voorkomt: alle aandacht gaat uit naar de gesproken taal. Als de baby drie maanden oud is, kraamt hij zijn eerste geluiden uit. Het brabbelen gaat beginnen. Tijdens de eerste zes maanden is het klankpatroon van het brabbelen nog universeel en lijkt het totaal niet op de moedertaal. Daarna verdwijnen de ‘exotische’ klanken en begint het echt op praten te lijken. Wereldwijd komen de eerste woorden van een baby uit de categorie papa-mama-dada-tata, omdat deze woordjes het makkelijkst zijn uit te spreken voor een pril kind. Na twee jaar weet de baby zijn woorden tot kleine zinnetjes te verbouwen en op zijn derde is hij in staat tot grammaticaal taalgebruik. Natuurlijk staan de zinnen nog bol van de fouten, maar die vallen in het niet bij wat ze op die leeftijd aan grammatica in huis hebben.

Babygebaren
Maar dat duurt een aantal überhippe ouders net iets te lang: zij beschouwen gebarentaal als het nieuwe esperanto tussen ouder en kind. ‘Yeah right,’ zegt Lissa Zeviar. De babygebarentaalgoeroe werd in Canada geboren met twee dove ouders en leerde zelf als baby gebarentaal. Nu probeert ze de babygebarentaal ook in Nederland te introduceren via haar bedrijf Babygebaren.com, en niet zonder succes. Door middel van workshops heeft ze nu al 150 baby’s gebarentaal aangeleerd. ‘Het is voor ouders leuk om te weten wat de baby denkt, maar baby’s hebben er minstens zoveel baat bij,’ stelt Zeviar.

De babygebarentaalgoeroe werd in Canada geboren met twee dove ouders en leerde zelf als baby gebarentaal.

‘Uit onderzoeken is gebleken dat gebarende baby’s meer zelfvertrouwen hebben, eerder praten en veel minder frustraties hebben. Ze kunnen eindelijk duidelijk maken wat ze willen, baby’s hebben zoveel meer te vertellen dan dat ze honger hebben,’ weet ze. Zeviar doelt onder andere op het onderzoek van de Amerikaanse Dr. Marilyn Daniels verbonden aan de Universiteit van Pennsylvania. Zij schreef een boek over gebarentaal voor horende kinderen en kwam tot de conclusie dat het de communicatie met de ouders en de taalkennis verbetert.
gebarentaal babyKritiek
Maar sommige critici twijfelen sterk aan deze studie van Daniels. Zo ook ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet , verbonden aan de Stichting Histos te Amsterdam en schrijver van het boek Groeienderwijs Psychologie van 0 tot 3. ‘Het zijn tovenaars,’ vindt hij. ‘Kinderen gaan niet sneller praten door gebarentaal, die ‘wetenschappers’ hebben niet naar de hele structuur gekeken, daar durf ik mijn fortuin voor in te zetten.’ Volgens Vervaet werden er in Amerika tussen de jaren ’65 en ’75 veel trainingsexperimenten gedaan om de ontwikkeling van kinderen te versnellen. ‘Maar die resultaten waren minimaal,’ zegt de ontwikkelingspsycholoog. Hij noemt de curieuze onderzoeken het gevolg van het ‘syndroom van de psychofokindustrie’. Vervaet: ‘Een Britse psychologe zou toen driejarige peuters wel even de Einstein-theorie uitleggen! Daar heeft vervolgens ook nooit iemand meer wat van gehoord.’

Marokko als voorbeeld
Gebarende ouders zouden eens een kijkje moeten nemen in Marokko, vindt de deskundige. ‘Ze beginnen daar met lezen en schrijven vanaf acht jaar, terwijl we hier al bij vijf jaar beginnen. En wat zie je? Hier kampen we met dyslectie, terwijl er daar geen dyslectie te bekennen is! Al die versnellingsexperimenten komen helemaal niet ten goede aan het kind.’