De politie is nog niet aan zijn deur geweest met de mededeling dat zijn lieve zoontje al fietsend een aantal bejaarde medeburgers overhoop heeft gereden omdat hij zich in de real life-versie waande van Grand Theft Bike. En dus vraagt onze nieuwe columnist Jurgen Egges zich af of al die ouderlijke zorgen over games wel zo terecht zijn. Lees zijn prikkelende bijdrage aan het games-debat.
Intimidatie
“Pap, wat is een bully?”
Ik moest me even goed achter de oren krabben toen mijn tienjarige zoon deze vraag aan me stelde. Niet dat ik niet wist wat een ‘bully’ was, maar meer omdat ik me afvroeg waar zijn vraag vandaan kwam. Omdat mijn zoon een fervent gamer is, drong het al snel tot me door dat hij doelde op het spel ‘Bully’ van Rockstar Games. Deze game draait om intimidatie en overleven in een Amerikaanse high school. Twee jaar geleden veroorzaakte de release van Bully voor flink wat ophef omdat het kinderen zou aanzetten tot het pesten van leeftijdsgenootjes. Sony wijzigde onder druk de titel in Canis Canem Edit. Betekenis: eten of gegeten worden. Inmiddels is er een nieuwe versie verkrijgbaar en die heet gewoon… Bully.
Discussie
De controverse rond Bully is langzaam weggeëbd.. De game heeft blijkbaar niet aantoonbaar geleid tot een massale pestcultuur op scholen. Pesten is namelijk van alle tijden. De discussie die recentelijk wordt gevoerd in de media en politiek draait om de vraag of het spelen van games kinderen en jongeren aanzet tot gewelddadig gedrag. Ik weet het niet. Okee, mijn zoon gooit soms woedend met zijn controller als het hem weer niet is gelukt om in de virtuele gedaante van Harry Potter opponent Voldemort te verslaan in een toverduel. Weer geen nieuw level gehaald. Maar ja, dat is pure frustratie. En zeker geen gewelddadig gedrag: de impuls om de controller naar mijn hoofd te gooien, als ik heel voorzichtig mijn hoofd om de hoek van zijn kamerdeur steek om te informeren of alles nog goed gaat, heeft hij tot nu toe redelijk weten te onderdrukken. Vlak na het spelen zit hij met hoogrode konen van opwinding op de bank, maar agressief? Eerder chagrijnig omdat het level niet is gehaald. Ik heb ook nog geen politie aan de deur gehad met de mededeling dat mijn lieve zoontje al fietsend een aantal bejaarde medeburgers overhoop heeft gereden omdat hij zich in de real life versie waande van Grand Theft Bike.
Onderzoek
Afgelopen woensdag verscheen een artikel in de papieren editie van Metro over een grootschalig wetenschappelijk onderzoek naar het effect van gamen bij jongeren. Twee Harvard-geleerden hebben bijna 4 jaar lang uitvoerig onderzoek gedaan naar de invloed van games op kinderen en jongeren. Een opvallende conclusie uit Grand Theft Childhood: The Surprising Truth About Violent Video Games: kinderen ervaren games als stressverlagend. Een aantal kinderen vertoonde dan wel wat speels-agressief gedrag (geen idee wat dat is) maar niet meer dan na het zien van een gewelddadige film. Onze Belgische buren hebben eveneens uitgebreid gespeurd naar de gevolgen van gaming bij jongeren. Binnenkort worden de bevindingen gepresenteerd in de overzichtsstudie Jongeren en Gaming. Het lijkt allemaal niet zo ernstig te zijn, roepen de knappe koppen.
Rol van de ouders
Ook op de Bashers Gameblog wordt uitvoerig stil gestaan bij de angst dat games kinderen mogelijk stimuleren om op een onverantwoorde (lees agressief-gewelddadig) manier om te gaan met situaties in het echte leven. De Europese Unie broedt zelfs op een gedragscode voor de verkoop van 18+ games. Want kinderen moeten worden beschermd. Maar wacht eens. Is het niet de verantwoordelijkheid van de ouders van diezelfde kinderen om te controleren welke games hun kinderen spelen? Een mooie opmerking las ik op Bashers, mocht de EU besluiten om de gameverkoop aan minderjarigen aan banden leggen. Wat als een 17-jarige na het spelen van Manhunt de straat oprent om met een mitrailleursalvo de stoep leeg te vegen? Zeggen de ouders dan: “Sorry hoor, maar dat is de schuld van Intertoys want die hebben het spelletje toch aan hem verkocht!”
Gamen is goed
De Groene Amsterdammer haalde begin dit jaar ‘game-professor’ Jeroen Jansz aan. Jansz stelt dat gamen kinderen juist in staat stelt om emoties te onderzoeken op manieren die in het dagelijkse leven praktisch onmogelijk zijn. Klinkt niet verkeerd. Volgens Jansz heeft gaming positieve effecten op de cognitieve ontwikkeling: het vermogen om vlug complexe situaties te overzien en snelle veranderingen te doorgronden. Op de website Gamen Is Goed staat een vitaminewijzer die de positieve effecten van gaming belicht. Vitamine G is gezond! Niet voor niets is de Nintendo Wii de best verkochte console. Bewegen en gamen tegelijk. Zeg nou zelf. Wat wil je als ouder nog meer? Dat je kind een uitgebalanceerd ruimtelijk inzicht krijgt. Zeker. Doorzettingsvermogen en een goede hand-oog coördinatie kweekt. Nou en of. En sociale intelligentie ontwikkelt omdat games vaak samen gespeeld worden. Natuurlijk!
De nieuwe leiders
Ik denk dat wij als ouders moeten accepteren dat onze kinderen zich op een andere manier ontwikkelen, juist door het spelen van games. Professor Wim van Veen (TU Delft) heeft de term ‘Homo Zappiens’ gelanceerd. Leerden wij vroeger door boeken te lezen, de huidige schoolgaande generaties gebruiken een veelheid aan communicatiemiddelen (mobieltjes, MSN, gameconsoles) en netwerken om problemen creatief op te lossen, effectief te communiceren, te leren en na te denken. Vaak tegelijkertijd. Het zou heel goed kunnen dat gamende en multi-taskende kinderen een totaal andersdenkende en handelende generatie managers en leiders oplevert. Ik merk het zelf. Als ik de kamer van mijn zoon binnenloop. Hij kijkt dan verstoord op en beantwoord mijn onuitgesproken vraag: “Ja pa, het gaat goed hoor. Wat kom je doen? Ik lust eigenlijk wel wat en heb ook dorst”. Pas als ik de ijskast in de keuken opendoe bekruipt me het gevoel dat homo sapiens het wel eens sneller dan gedacht gaat afleggen tegen homo zappiens.