refuge du sele vakantie met pubers

Pieken met je puber

Breek jij je ook het hoofd over de vraag welke vakantiebestemming pa én puber straks wél tevreden stemt? Het enige wat je puber wil is nog meer pubers. Hoe meer en hoe lawaaiiger, hoe beter. Het enige wat jij wil is een rustig plekje in de zon. In de Franse Alpen vond ik de plek waarin de wensen van pa en puber in perfecte harmonie samenvloeien. Nou ja, bijna dan.

Met pubers de bergen in

Interesseren ook pubers zich voor de bijzondere flora en fauna van het alpiene milieu?

Opschieten
Het is vier minuten óver negen als Sjoerd, de zestienjarige zoon van hopvrouw Annemiek, bij onze tent staat te hijgen. Annemiek is de zelfbenoemde akela van onze expeditie naar refuge de Sélé, de op 2460 meter hoogte gelegen berghut waar we vandaag naar toe gaan klauteren. We, dat is het stel Alpenminnende leden van de Nederlandse natuurvriendengroep die dit bergsportkamp organiseert. Of we nu toch echt een beetje willen opschieten, dringt de knaap aan. De hele groep staat al te wachten bij het toiletgebouw. 

Klein probleempje: puberzoon ligt nog te maffen.

Essentialia
Ik staar naar het openhangende gaas van de binnentent, vergeefs wachtend op beweging van een naar buiten stekend kuitbeen. Puperpa is deze ochtend al druk in de weer geweest met thee en koffie zetten, met stokbrood en lunchpakketten klaarmaken, met het schoon dweilen van de tafel (het heeft vannacht geplenst), het vullen van de waterflessen en het verzamelen van mueslirepen, zonnebrand en andere essentialia die niet in de rugzak mogen ontbreken. ‘Echt. We moeten nu echt gaan,’ klinkt het van buiten. ‘Kan ik ergens mee helpen?’

Auteur Henk Hanssen

Cool Daddy alias auteur dezes is altijd wel te porren voor een paar stevige bergtochten.

Beruchte voetstappenwc’s
Onze camping, camping municipal d’Ailefroide, ligt als een verkreukeld en rafelig groen tafellaken gedrapeerd tussen de cols van het Zuid-Franse bergmassief Les Écrins. Het is een onoverzichtelijk glooiende, naar vreemde spleten en verre spelonken uitwaaierende camping van liefst zeventien hectare groot. Zonder zwembad, zonder kampwinkel, zonder bakkertjes dat ’s ochtend tuut tuut! het terrein oprijdt met een Berlingo vol baguettes en croissants. Maar, de camping heeft twee zeldzame pluspunten waardoor de gasten zonder morren genoegen nemen met uitvallende elektriciteit, het op z’n best lauwwarme water en zelfs met beruchte voetstappenwc’s die hun onwelriekende reputatie alle eer aan doen.

Met pubers fikkie stoken in Franse Alpen

Er gaat toch niets boven fikkie stoken bij de tent?

Fikkie stokken
Pluspunt numéro uno: je mag hier fikkie stoken. Overal. Niet op een door een gemeentelijke commissie aangewezen vuurplaats, niet in een EU-goedgekeurde vuurkorf en evenmin pas, zoals op het handvol Nederlandse campings waar je nog open vuur mag maken, nadat de plaatselijke brandweer officieel toestemming heeft gegeven. Het mag zónder iets te vragen, gewoon bij je tent, in een cirkeltje van keien, met het zwerfhout dat je langs de rivier bijeen hebt gesprokkeld. De stookvrijheid leidt tot een prachtig beeld: als ik ’s avonds om me heen kijk ziet de camping eruit als een negentiende-eeuws kolonistenkampement op de prairie: op een veld vol tenten en tipi’s kringelen rookpluimen omhoog die zich vervlechten met flarden vroeg invallende nevel.

Poedersuikerwitte flanken
Pluspunt twee: de hoogte. De camping ligt op 1500 meter. Vanuit je tent wandel je zó naar alle kanten de bergen in. Sterker, als je in de tent op je luchtbed ligt, staren de toppen van de Hautes Alpes je lonkend toe. De Ailefroide zelf (3954 m) met zijn ook in de zomer poedersuikerwitte flanken, de Mont Pelvoux (3946 m), de Bosse de Clapouse, (2179 m), de Tête de la Draye (2077 m) en vele andere pieken en parels van de Écrins-kroon.

refuge du Sele vakantie met pubers

Refuge du Selé, een bunkerachtige constructie van staal en graniet, ligt op 2460 meter hoogte in het Zuid-Franse bergmassief Les Écrins.

Het wonder

Na hevig kreunen en steunen van zoonlief zijn we een kwartier later toch echt op weg. Als rode lantaarndragers van de groep sluiten we de rij maar dat deert me niet, we klampen aan, we hebben het gered. Een pad van grote en kleine witte keien voert ons door een lariksbos naar het steile dal van de Celse Nière, een woeste stroom die onvermoeibaar bezig is het dal verder uit te schuren. En dan… terwijl we worden toegezwaaid door orchideeën, gele gentianen en knikkende Edelweissjes, voltrekt zich opeens het wonder. Puberzoon krijgt het op zijn heupen en voegt zich in de kop van het peloton tussen een stel leeftijdgenoten. Als ik anderhalf uur later op de pauzeplek aankom zie ik hem op een manshoge kei zitten, kletsend en lol trappend tussen een grote verzameling uitgeschoten ledematen.

Bergwandelen: dom, saai en skeer
Als ik dat groepje er naar zou vragen, zouden de meesten zonder enige twijfel verklaren dat bergwandelen nog steeds ‘dom’, ‘saai’, ‘uncool’ en ‘skeer’ is, dat de camping ‘compleet ruk’ is en dat hun leeftijdgenoten allemaal ‘cringe’ en ‘wierd’ zijn. Maar zo van een afstandje lijkt het er warempel op dat alle kids zich vermaken. Zónder telefoon want geen bereik, niet voor een beeldscherm, niet gestrekt in een bank maar in de schone lucht, in de zon, tussen de grijze rotsformaties van een stel Alpentoppen. Natuurlijk bereikt de puberzwerm als eerste het smalle plateau waar de refuge op ligt. En dat ze op het terras van de berghut even hun telefoon checken (want even bereik), soit. Een drankje later verdwijnen ze naar de slaapzaal waar ze urenlang keten en kaarten. En kunnen terugkijken op een domme, saaie, skeere geweldige dag in de bergen.