Nog voor hij goed en wel was uitgesproken, werd gezinsminister Rouvoet al bekogeld door een paar overrijpe tomaten. De bewindsman waagde het een paar weken terug om de vraag op te werpen of we in ons land genoeg kinderen krijgen met het oog op het in stand houden van het huidige welvaartsniveau. Een terechte vraag die helaas met de banvloek ‘betutteling’ snel werd afgekapt.
Onderzoek
Vandaag gooit het jonge oudersblad Wij een nieuwe blok hout op het discussievuur: uit een representatief onderzoek, dat het NIPO voor hen heeft verricht, blijkt dat het jaarlijkse geboortecijfer in Nederland van 181.000 naar 222.500 zou stijgen als de overheid ouders zou belonen met een premie.
Stimulans
Frankrijk en Spanje, waar de geboortecijfers dramatisch laag zijn, hebben al een geboortepremie ingevoerd om de vergrijzing enigszins in balans te houden. Wij vroeg aan 559 Nederlandse moeders – die zwanger waren of een kindje van maximaal 1 jaar oud hadden – hoe zij over zo’n geboortepremie denken. De helft van de moeders blijkt voor zo’n geboortepremie (46%), maar een iets grotere helft is ertegen (48%). Voor driekwart van alle ondervraagden is een geboortepremie géén stimulans om (meer) kinderen te krijgen. Voor bijna één op de tien ondervraagden (9%) is het wel een stimulans. 14% laat het nog afhangen van de hoogte van het bedrag.
2500 euro premie
Stel dat in Nederland een geboortepremie zou worden ingesteld, en 23% zou inderdaad (nog) een kind krijgen, dan zou in 2007 het geboortecijfer 222.500 bedragen in plaats van 181.000. Sinds 1971 heeft Nederland niet meer zo’n hoog geboortecijfer gekend. Uitgaande van een premie van 2500 euro, zouden de kosten van dit programma circa 550 miljoen bedragen: slechts tien procent van de totale begroting van het ministerie ‘Jeugd en Gezin’.
"Leraren zijn geen kinderoppassers," schreef minister van Onderwijs Maria van der Hoeven nog geen week geleden schampertjes op haar 
