De nieuwe man: echte kerel of halve vrouw?

scrubIn aanloop naar het deze week verschijnende boek Mannelijkheid – een werkstuk van filosoof Harvey Mansfield – wordt er in de bladen weer driftig gedebatteerd over ons. Over ons, mannen! Want, zijn wij anno 2008 halve wijven, hele wijven of juist echte mannen of Übermannen geworden? Of iets daar tussenin? Malou van Hintum interviewde voor De Volkskrant diverse zelfbenoemde mannenkenners, waaronder uw hoofdredacteur, over dit onuitputtelijke onderwerp. En, ze is zo vriendelijk om ons toestemming te geven haar verhaal hieronder integraal te publiceren. Gordels vast? De kop luidt: ‘De nieuwe man: echte kerel of halve vrouw?’

Geyle neuqsex
‘Vrouwen kunnen intussen dingen die eerst alleen mannen konden. Dat brengt mannen amper van hun stuk. Toch tekent zich alweer een nieuwe man af. Die is hoffelijk, houdt van risico’s – en geyle neuqsex’. Ja, het feminisme heeft mannen een douw gegeven, maar nee, omgevallen zijn ze niet. De huilende mannen van Robert Bly die samen in het bos gingen trommelen, zijn er allang weer uit, working class hero David Beckham draagt nóóit meer slipjes en jurkjes van zijn Victoria, op bijna alle belangrijke posten zijn het nog altijd mannen die aan de touwtjes trekken, kortom: crisis? Welke crisis?

realmanMetroseksueel
Het is een marginale groep die ermee worstelt. De metroseksueel, de oerman en de überseksueel zijn vooral koren op de molen van marketeers, trendwatchers en bladenmakers. Toch is er wel íets veranderd. ‘Ik kan tegenwoordig met een vriend een goed gesprek voeren over een scrub. Maar dat betekent niet dat mannen vervrouwelijken of in de war zijn’, vindt Henk Hanssen (46), auteur van verschillende boeken over vaderschap en de man achter de site IkVader.nl. ‘Dat gepraat over ‘mannelijkheid in crisis’ is vooral bezigheidstherapie voor vrouwen. Zeker in Nederland is er weinig reden om je zorgen te maken. Grosso modo is een SGP-achtige structuur bij veel organisaties actueel. Mannenbelangen worden goed behartigd.’

Mannelijkheid volgens Harvey Mansfield
Dat mannen nadenken over hun vaderrol en proberen die op hun eigen manier in te vullen, heeft ook niets met verlies aan mannelijkheid te maken, zegt Hanssen. ‘Mannen zijn bezig zichzelf opnieuw te definiëren, maar dat is geen crisis, dat is een bevrijding.’ In zijn boek Manliness, waarvan volgende week de Nederlandse vertaling uitkomt, breekt filosoof Harvey Mansfield (75) een lans voor mannelijkheid. Beter gezegd: voor manhaftigheid, wat manliness óók betekent. Daarbij pleit hij niet voor herstel van de traditionele sekseverhoudingen, maar voor erkenning van de wezenlijke verschillen. Mannen zijn nu eenmaal fysiek sterker dan vrouwen, doelbewust, en meer bereid risico’s te nemen.

Gender-neutrale’ maatschappij
Kwaliteiten die niet per se goed zijn, maar net zo min slecht. Toch is de huidige ‘gender-neutrale’ maatschappij er vooral op gericht zulke mannelijke eigenschappen te onderdrukken, signaleert de Harvard-professor. Dat is niet alleen omdat het, met dank aan het feminisme, not done is ook maar de suggestie te wekken dat mannen en vrouwen wezenlijk anders zijn. Steeds meer functies en banen vragen om sekseneutrale kwaliteiten. Een technologisch geavanceerde diensteneconomie heeft baat bij goed opgeleide werknemers. Minder spierballen, meer denkkracht. En ja, die hebben vrouwen ook. Maar een verschil is er wel. Vrouwen kunnen buitenshuis werken en tegelijk met heel hun lijf moeder zijn. Maar mannen? Hoe blijven ze man? Tegenover elkaar, maar ook tegenover al die geëmancipeerde vrouwen?

Echte man Jack Wouterse
Acteur Jack Wouterse (50), die met zijn 150 kilo een man in crisis danste in het ballet Ballast, ziet de echte man met lede ogen verdwijnen. ‘Ik stond twee in de Echte Mannen Top 100 van Panorama. En wie je wie er op één stond? Jantje Smit! Dan is het wel slecht gesteld met Nederland, hoor.’ Breek hem de bek niet open : al die ‘halve wijven’ die ‘helemaal meegaan met de manier waarop je in de reclame mannen afgebeeld ziet’, daar moet hij niks van hebben. ‘Ik douch me en ik doe gel in mijn haar, maar ik ben te lui om me te scheren. Sommige mannen hebben net zo’n baard als ik, maar die scheren zich in standje drie. Watjes zijn het, slappe lullen.’ Mannen laten zich te veel zeggen, vindt hij. ‘De ruimte en de vrijheid die we nodig hebben, worden steeds verder ingeperkt. De Rijn afzakken op een vlot, bier drinken, om vrouwen dobbelen en jagen, dat kan niet meer. Vrijheid, dat is voor mij mannelijkheid. Met niemand iets te maken hebben. Niet om je egoïstisch of onverantwoordelijk te kunnen gedragen, maar om zelf uit te maken wat je doet.’

realmanall2Mannen willen risico’s nemen
Mannen leggen het vlees op de barbecue, mannen steken het vuurwerk af. En nee, daar moet je dus géén regeltjes voor gaan bedenken. ‘Ik ben niet voor het type holbewoner, maar je moet wel op zijn tijd kunnen raggen. Anders krijg je wangedag. Die agressie tegen hulpverleners is er niet zomaar. Die komt ergens vandaan.’
Een kenmerk van mannen is dat ze risico’s willen nemen, zegt Harvey Mansfield. ‘Ondanks alle obstakels en verboden maakt risico nog steeds onderdeel uit van het leven. Op de beurs, in de politiek, in het bedrijfsleven. De commercie is in wezen onmannelijk, daarom zie je er ook steeds meer vrouwen werken. Maar agressiviteit, een belangrijk onderdeel van mannelijkheid, wordt nog altijd beloond. Iemand die de leiding durft te nemen, verantwoordelijk is, wordt nog steeds veelgevraagd.
‘Daarbij gaat het om geestelijke moed, maar ook om fysieke kracht. Er is een zeker verband tussen vertrouwen krijgen en lang en sterk zijn. Die fysieke aspecten tellen nog steeds mee.’

Sensitieve man
Het neemt niet weg dat in de huidige maatschappij mannelijkheid steeds minder nodig – en wenselijk – is. Het affectieve, contextuele denken waar Mansfield hoog van opgeeft en dat volgens hem bij uitstek vrouwen beheersen, wordt steeds belangrijker om succesvol te zijn. Ook hij ontkomt er niet aan een nieuw type man te introduceren: de sensitieve man. ‘Die is zich meer bewust van wat er om hem heen gebeurt en heeft meer aandacht voor de behoeften van vrouwen. Een sensitieve man wil dat vrouwen hem leuk vinden, hij wil prettig gezelschap zijn. Een mannelijke man wil zijn vrouw eer bewijzen, en andere vrouwen ook.’

Angst
‘Een echte man? Daar stel ik me helemaal niets bij voor’, zegt socioloog Abram de Swaan (66). In zijn essay De botsing der beschavingen en de strijd der geslachten stelt hij dat religieus radicalisme vooral wordt ingegeven door de angst van mannen om hun meerderwaardigheid boven vrouwen te verliezen. ‘Ik heb niet het idee dat er een mannelijke essentie is. Het biologische verschil tussen mannen en vrouwen legde lange tijd een haast onontkoombare taakverdeling op en gaf de indruk dat er enorme verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Maar in onze samenleving zie je dat vrouwen allerlei dingen kunnen die eerst alleen mannen konden.

Kostwinner
‘Vrouwen zijn financieel zelfstandiger en hoeven daarom minder uit te kijken naar een betrouwbare kostwinner. Ze kunnen bij hun keuzen seksuele overwegingen meer laten meespelen dan vroeger. Vrouwen hebben vaak een voorkeur voor erotisch sterke, fysiek actieve mannen. Er zullen daarom meer mannen met spierballen komen, die met elkaar concurreren om vrouwen. Een mooie musculatuur, een goed verzorgd, lekker ruikend lichaam. Ik denk niet dat fysieke mannelijke aantrekkingskracht en assertief mannelijk gedrag gaan verdwijnen, integendeel.’

Foute man
Christiaan Weijts (31) signaleert dat de ‘wat fouterige man’ zich weer doet gelden. Hij schreef de met de Anton Wachterprijs bekroonde debuutroman Art.285b, over een pianist die verstrikt raakt in de netten van een vriendin, haar behoefte aan seks voor liefde aanziet, en haar gaat stalken. Weijts: ‘Je ziet weer mannen die vrouwen als speelgoed beschouwen en een avond op jacht gaan. Vrouwen hebben daar een dubbele moraal over. Ze zeggen dat het niet kan, maar in de praktijk dóen ze anders. Je hoort ook vaker vrouwonvriendelijke grappen. En die worden niet meteen afgestraft. Vrouwen vinden dat niet meer zo erg.’
Mannen tussen de 25 en 50 jaar spiegelen zich wel degelijk aan de man in de reclame, denkt Weijts. ‘Goed verzorgde mannen die kosmopolitisch overkomen, daadkrachtig zijn en zelfverzekerd. Geen Gauloise-man, die is te sjofel. Ook geen Marlboro-man, die heeft te weinig verfijning. Dat hele ongepolijste, dat kan niet meer. Er zit nu een esthetisch laagje omheen.’ Alles bij elkaar hebben mannen meer keuzemogelijkheden gekregen en dat is winst, meent Weijts. ‘Als je je als man vrouwelijker wilt gedragen, dan kan dat.’

Mannen weten wat ze voor vrouwen verborgen moeten houden
Maar mannen weten óók wat ze voor vrouwen verborgen moeten houden. Weijts: ‘In het café geef je elkaar tips hoe de history van je computer onzichtbaar kan blijven. Eerst keken mannen stiekem porno, toen kwamen ze erachter dat iederéén dat stiekem deed. Zulker dingen bespreek je buiten het zicht van vrouwen, wat dat betreft zijn mannen wel geslepener geworden. De meeste mannen zijn in de grond nog altijd male chauvinist pigs.’ Wie de – ruim 300 – reacties op een mailtje met vragen over mannen en mannelijkheid op de website geenstijl.nl leest, kan niet anders dan Weijts gelijk geven. Over de vermeende identiteitscrisis wordt bijvoorbeeld gezegd: ‘Er is maar 1 crisis thuis en dat is als de vrouw geen geyle neuqsex wil.’ En: ‘Heb al heel lang een identiteitscrisis. Weet niet of ik op konten of tieten val. Daarom neuk ik alles maar.’ Een andere ‘reaguurder’ merkt op: ‘Vrouwen hebben een mannelijkheidsidentiteitscrisis omdat ze verwachten dat mannen ze overdag als gelijke beschouwen & behandelen, maar ’s avonds willen ze gewoon genomen en uitgenodigd worden.’
Mansfield verwoordt, wat academischer, eigenlijk hetzelfde wanneer hij in zijn boek zegt dat de publieke sfeer steeds meer sekseneutraal is, maar dat mannen en vrouwen in de private sfeer hun eigenheid niet moeten opgeven. Want, zegt hij: ‘De sekseneutrale maatschappij heeft vrouwen meer rechtvaardigheid gebracht, maar minder geluk.’
Mannen en vrouwen zíjn nou eenmaal verschillend, zegt priester Antoine Bodar (63). ‘Man en vrouw schiep hij hen. Ze zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Wat mij opvalt in de gesprekken die ik voorafgaand aan huwelijksinzegeningen voer, is dat man en vrouw heel erg zichzelf zijn. Het beste huwelijk is het huwelijk waarin men de overeenkomsten en verschillen met elkaar betracht, en waarin de vriendschap de liefde draagt.’

De ideale man is nog steeds een ridder
De ideale man is nog steeds een ridder, vindt Bodard. ‘Een man die ferm en moedig is van geest, en hoffelijk en wellevend tegenover vrouwen. Mannen zijn fysiek sterker, maar hun mannelijkheid zit niet in hun spierballen, maar in hun houding. De deur openhouden, de jas aangeven, dat is het aardige spel der geslachten waarin de man het initiatief neemt. Dat heeft niets met emancipatie te maken.’
Bodar vindt dat de man nog altijd het hoofd van het gezin is, maar ‘dat betekent niet dat hij zijn vrouw kan beheersen. Hij moet haar evenzeer dienen’. Of, zoals Jack Wouterse zegt: ‘Natuurlijk beslis ik samen met mijn vrouw. Maar ik neem het initiatief en ik hak de knoop door.’ Vrouwen moeten mannen dat initiatief laten, zegt Bodar. ‘Waarom zou je hen die rol niet gunnen? Het heeft bovendien invloed op wat er gebeurt in de echtelijke sponde. Dat mannen nu meer impotentieproblemen hebben, verbaast me niet echt.’

Echte mannen lullen niet over mannelijkheid

‘Echte mannen lullen niet over mannelijkheid’, verzucht Wouterse. ‘Dat beleven ze. Ik ben voor het feminisme, ik heb zelf ook de luiers van mijn kind verschoond. Maar ik heb ook een vriend met wie ik vlees kan eten, zo veel en zo goor, daar moeten vrouwen niets van hebben.’
‘Kenmerkend voor mannen vind ik de kameraadschap’, vindt Henk Hanssen. ‘Wanneer een man zich tijdens een kantoorfeestje op de gang vergrijpt aan een collega, zou ik de neiging hebben hem van een alibi te voorzien. Je weet van elkaar: je bent man, je hebt sterktes en zwaktes, daarom help je elkaar. Het is lekker dat er arena’s zijn zoals geenstijl, waar je je kunt laven aan testosterongestuurde humor.
‘Ik denk dat vrouwen weleens jaloers zijn op die verbondenheid. Ze zullen nooit lid worden van de club. Bovendien’, grijnst hij, ‘in het bedrijfsleven gaat het er vaak net zo hard aan toe als vroeger met de knuppel en de knots. De man van de toekomst, dat is echt geen watje. Dat is een urban warrior.’

Gepubliceerd in De Volkskrant op 19 januari 2008.