Mannen krijgen niet meer dan billenkoek op Biënnale

Ze zijn mild voor ons, die 192 vrouwelijke kunstenaars die op de Biënnale van Venetië mochten losgaan op het thema ‘man’. Het had zoveel erger kunnen zijn maar inderdaad, misschien moet je een man zijn om meedogenloos wraak te kunnen nemen voor eeuwen vol racisme, vrouwenonderdrukking, milieuverwoesting, kolonialisme en andere vergrijpen.

91 procent van de kunstenaars op de Biënnale is vrouw
De berichten die de eerste recensenten doorseinden uit Venetië, waar de 59-ste Biënnale op 23 april van start ging, waren niet mals. Onder regie, of moet ik regime zeggen, van curator Cecilia Alemani zijn mannen tot een bijrol veroordeeld. Vrouwen, die de laatste jaren van dertig procent van het totaal uitmaakten, krijgen center stage. Onder de 213 deelnemers van het door Alemani samengestelde hoofdprogramma bevinden zich niet meer dan 21 mannen. En de pikdragers zijn ook nog eens verdreven naar het Arsenale, de verderaf gelegen voormalige scheepswerven die minder bezoekers trekken dan de paviljoenen in het schaduwrijke Giardinipark.

De Zwitserse schilderes Miriam Cahn reflecteert op #MeToo.

‘Posthumane wereld zonder ideaal van de witte man’
Kloten kunnen Alemani niet ontzegd worden, so to speak. Je moet het maar aan durven om grote jongens als Georg Baselitz, Anselm Kiefer en Kehinde Wiley buiten te sluiten. Met exposities op plekken búiten de hekken van de Biënnale hebben deze beroemde bannelingen tandenknarsend hun eigen podia opgebouwd maar dat is toch anders: ook voor gearriveerde kunstenaars is de Biënnale de bühne waar je wilt schitteren in het oog van de wereld. En de bittere waarheid is dat de schijnwerpers zich dit keer nagenoeg exclusief richten op artiesten die nog niet zolang geleden als de zwakke kunne werden aangeduid. Omgekeerde discriminatie, foeteren de tegenstanders; een hoognodige correctie, volgens de voorstanders. En die dekselse Alemani deed er zelfs nog een schepje bovenop. Ze daagde de door haar geselecteerde kunstenaressen uit om nieuwe allianties te laten zien tussen soorten en werelden die worden bewoond door poreuze, hybride veelvormige wezens. Zij moesten zich ‘een posthumane wereld voorstellen die het veronderstelde ideaal van de witte man als universele maatstaf tenietdoet’.

Henk Hanssen, kunstreporter te Venetië: ‘Ben ik als kale witte blonde man met blauwe ogen niet het archetypische doel waar een Biennale-bezoekster met een kort lontje haar haat jegens de witte man op zou kunnen botvieren?’

De Biënnale: zieke shit
Zieke shit, pap, zou mijn zoon (15) zeggen. Ik kreeg vergelijkbare beelden binnen bij het vooruitzicht dat de witte man in Venetië op de snijtafel zou worden gelegd. Vierendelen. Tong uittrekken. Afhakken van ledematen. De brandstapel. Ik verwachtte visuele en virtuele pijnigingen die de helse fantasie van Dante royaal zouden overtreffen. De kerfstok van de witte man reikt immers tot aan de hemel and beyond. Een ambitieuze officier van justitie die met de enge blik van de stichting Emancipator door een geschiedenisboek bladert, heeft weinig tijd nodig om reeksen onfrisse zaken zaken te vinden waarvoor witte mannen in dit tijdsgewricht aansprakelijk kunnen worden gehouden. Van Kaïns moord op Abel tot Poetins oorlog in Oekraïne, van de uitroeiing van inheemse volkeren tot heksenverbranding, van kolonialisme tot slavernij, van de klimaatcrisis tot aan diverse genocides en zo nog het een en ander. De lijst met misstanden is zo pregnant en zo onbevattelijk groot dat ik me zelfs afvraag of ik er verstandig aan doe om zonder kogelvest het expositieterrein op te lopen. Ben ik als kale witte blonde man met blauwe ogen niet het archetypische doel waar een bezoekster met een kort lontje haar haat op zou kunnen botvieren?

‘Een krachtig narratief over de volharding van zwarte vrouwen,’ lees ik in een folder over het werk van Simone Leigh. Zeker prachtig en imposant maar een aanklacht? Nee.

Op kousenvoeten door de paviljoens
Die vrees blijkt niet terecht. Op kousenvoeten, dankbaar schuilend in het lommer van linden, eiken en kastanjebomen, glip ik de expositiepaviljoens in en uit, sluip ik onzichtbaar van de ene kunstenares naar de andere maar, al gauw begin ik mijn rug weer te rechten. Het dringt tot me door dat de witte man niet meer dan speldenprikken te verduren krijgt. Ghana? Het land van de Goudkust vanwaar honderdduizenden slaven zijn weggevoerd, komt in zijn tentoonstellingsruimte niet verder dan het ophangen van een paar artyfarty geweefde doeken waarop zwarte vrouwen poseren. Amerika, dat de witte man zich toe-eigende ten koste van minimaal twaalf miljoen indiaanse levens (volgens David Stannard, auteur van American Holocaust: The Conquest of the New World stierven in het gehele westers halfrond bijna honderd miljoen inheemse bewoners als gevolg van de komst van de Europeanen), geeft de ruimte aan Simone Leigh die krachtig uitgehouwen, speciaal voor deze tentoonstelling met brons, staal en keramiek vervaardigde beelden toont van – opnieuw – zwarte vrouwen. ‘Een krachtig narratief over de volharding van zwarte vrouwen,’ lees ik in een folder. Zeker prachtig en imposant maar een aanklacht? Nee. Zelfs Israël reageert heel mild. Met haar uit grote fotomontages bestaande expositie Queendom probeert Ilit Azoulay de historie te herschrijven: op duizenden jaren oude schilden en vazen heeft ze de stereotiepe afbeeldingen van mannelijke strijders vervangen door plaatjes van zaaiende vrouwen. Doordacht en kunstig, niet verwijtend.

Op de uitnodiging om zich een ‘posthumane wereld’ voor te stellen ‘die het veronderstelde ideaal van de witte man als universele maatstaf tenietdoet’, reageert het Letse duo Skuja Braden met deze originele slaapkamerlamp. Anyone?

Slaapkamerlamp van slappe pikken
Oké, het blijft niet allemaal zo indirect. Er worden heus wel een paar tikjes uitgedeeld. De Zwitserse Miriam Cahn knalt er – letterlijk – hard op met op #MeToo reflecterend werk waarin ze mannen afschildert als gluiperds die tuk zijn op een snel wippie. De Duitse Raphaela Vogel pakt uit met een enorm anatomisch model van het mannelijke geslachtsapparaat dat bij nadere inspectie blijkt te lijden aan allerlei enge ziektes zoals prostaatkanker, genitale wratten en een erectiestoornis. Het Letse duo Skuja Braden scoort met een leuke slaapkamerlamp van slapjes neerwaarts hangende penissen. En de Deense Sidsel Meineche Hansen presenteert een hilarische docu over een meesteres die haar hunkerende slaaf dwingt te neuken met een sekspop. Het verst gaat Diago Marcon, een man nota bene, uit Italië, met het filmpje The Parent’s Room. In een vredig tafereel, sneeuwvlokjes dwarrelen langs het raam, bezingt een man, zittend op de rand van een onopgemaakt bed, de moord die hij zojuist op vrouw en kinderen heeft gepleegd. Het gestorven zoontje valt ook in met een couplet waarin hij zich afvraagt waarom papa zijn misdaad heeft begaan. Maar Marcon laat na een motief te geven, alleen al het feit dat hij een man is, lijkt voldoende aanleiding.

‘Een donkere recital van tragedie en ambivalentie’, noteerde een kunsttijdschrift over The Parent’s Room en daar is geen woord van gelogen.

Stomp in de maag
Kijk, die komt binnen. Stomp in de maag. Oftewel, ‘een donkere recital van tragedie en ambivalentie’, zoals een kunsttijdschrift schreef. Misschien, dacht ik vilein toen ik de poort van het park uitliep, schouders naar achteren, blik op de einder, de zilte lagunelucht inademend, misschien moet je inderdaad een witte man zijn om meedogenloos wraak te kunnen nemen op de eeuwen racisme, kolonialisme en vrouwenhaat van je eigen soort. Het is allemaal niet heel complimenteus voor de witte man maar de straffen die de dames uitdelen staan niet in verhouding tot de ernst van de beschuldigingen. Het hele idee om één menstype verantwoordelijk te stellen blijft natuurlijk bezopen maar als je toch voor deze conceptuele exercitie kiest, doe dan ook je handschoentjes uit. In Venetië blijft het bij kietelen, prikkelen, plaagstootjes, billenkoek. Boeiende billenkoek, dat wel.