'Betrek ook vaders bij onderzoek over opvoeding'

Al in 1995 – lees: pás in 1995 – gelastte Bill Clinton dat vaders voortaan een gelijk gewicht kregen in al het onderzoek dat naar opvoeding en ouderschap werd gedaan. In 2002 maakte ook Louis Tavecchio, toen hoogleraar Kinderopvang aan de universiteit van Amsterdam, zich tijdens zijn oratie boos om de ‘systematische’ verwaarlozing van vaders door opvoedonderzoekers.

Moederpsychologie
Het (op deze studies gebaseerde) beleid dat de overheid voert, is gebaseerd op moederpsychologie, aldus Tavecchio. Het duurt soms even voordat het muntje valt maar drs A.A.A.M. – zeg maar Chantal – van Aken, die op 2 april promoveerde aan de universiteit van Utrecht, heeft nu ook het licht gezien. Lieve Chantal heeft ontdekt dat ‘aandachtsproblemen bij jongens langer blijven bestaan wanneer de ondersteuning en warmte van vader gedurende de peutertijd afneemt.’ Ze pleit er daarom voor in de toekomst ook vaders te betrekken bij onderzoek. Het is pas 2008, Chantal, maar het is nooit te laat om je oogkleppen op te bergen.

Negatieve insteek
Chantal & co lijken echter nog niet helemaal door de bocht. In de samenvatting van haar onderzoek wordt een ‘ouderwets’ onderscheid gemaakt tussen pa & ma. Er staat: ‘Peuterjongetjes zijn minder agressief en opstandig als hun moeder ze warmte en steun geeft. (…) Ook de vader speelt een rol. Hij kan de ontwikkeling van een peuterjongetje namelijk verstoren. Normaal gesproken nemen aandachtsproblemen af als een kind ouder wordt. Maar geeft de vader weinig ondersteuning en warmte, dan stokt dit proces.’

Bias
Catch our drift? De rol van de moeder wordt positief weergegeven, voor de (ook positieve) rol van de vader weten de onderzoekers toch een negatieve insteek te vinden: als hij minder aandacht geeft, verstoort hij de ontwikkeling. Chantal, studeer je nog even door zodat je ook deze hinderlijke bias kwijt raakt.