'Vaders zorgen op hun eigen manier'

vaderkindzonsondergangjpgVaders moeten meer doen in de opvoeding en het huishouden, klagen moeders. Maar tegelijkertijd vinden ze het lastig om taken aan vaders over te laten. En áls zij het al aandurft, moet hij het wel op haar manier doen. Waarom laten moeders vaders niet hun eigen gang gaan? En waarom laten vaders zich zo gemakkelijk opzij zetten?

Vader met kind naar de dokter
Bas, vader van drie kinderen van 1, 5 en 8, zit met zijn jongste kind in de wachtkamer bij de huisarts. Naast hem zit nog een vader met een klein kind op schoot. De oudere dame die binnenkomt, kijkt vertederd naar de twee vaders als ze zegt: ‘Goh wat leuk, twee vaders die met hun kinderen naar de dokter gaan, dat zag je vroeger toch niet.’ ‘Wacht maar tot we thuis zijn,’ zegt Bas, ‘dan horen we hoogstwaarschijnlijk van onze vrouw dat we de helft zijn vergeten te vragen.’ Waarop de andere vader instemmend lacht en knikt. ‘Ik durfde wel te gokken dat die andere vader hetzelfde verwijt van zijn vrouw zou krijgen,’ legt Bas later uit. ‘Ik heb dat al vaker van vaders gehoord.’

omslag babymanagement

Henk Hanssen, schrijver van Babymanagement voor mannen: ‘Veel vrouwen menen dat zij van nature beter voor hun kind kunnen zorgen dan mannen.’

Kunnen vrouwen zorg niet uit handen geven?
Wat is dat toch met vrouwen? Kúnnen ze de zorg niet uit handen geven? En is dat terecht? Zorgen vaders soms minder goed dan moeders? Henk Hanssen, oprichter van de website www.ikvader.nl en schrijver van onder meer het boek Babymanagement voor mannen, krijgt de indruk dat veel vrouwen inderdaad menen dat zij beter zorgen dan mannen. Zij claimen vaak de rol van belangrijkste verzorger en laten dat blijken door opmerkingen als: ‘Je houdt de fles verkeerd vast’, of ‘Wat heb je de kinderen nóu weer aangetrokken?’

Vrouwen claimen alleen recht op gevoel
Op het discussieforum van de website ikvader.nl zijn dat terugkerende onderwerpen. Zo schrijft een van de bezoekers van het forum: ‘Vrouwen claimen het alleenrecht op het hebben van gevoel en het alleenrecht op zorggevoel. Mannen worden weggezet door het feminisme als sterk, gevoelloos en onafhankelijke wezens die elk besef van aanhankelijkheid, zorg en rede missen. En mannen die wel gevoel tonen, zijn dan opeens watjes die niks voorstellen. (…) Slechts een moeder weet wat een kind wil (…) Alleen deze Übermenschen die moeders heten, kunnen het kind vertellen wat het voelt en wat het nodig heeft.’ Hoewel het hier gaat om een tamelijk extreme reactie, zegt het natuurlijk wel iets over de frustraties die mannen ervaren als vrouwen de zorg voor de kinderen niet uit handen kunnen geven. De vraag is nu of die frustratie terecht is. Ís het gewoon niet zo dat vrouwen beter kunnen zorgen dan mannen?

Biologische verklaring
Als je de rol van de vrouw vanuit recent historisch oogpunt bekijkt, dan is het in ieder geval niet zo gek dat vrouwen dit denken. Janneke Wubs bestudeerde in 2004 voor haar promotieonderzoek een groot aantal opvoedingsadviesboeken van 1945 tot nu. In die boeken wordt er tot 1970 als vanzelfsprekend van uitgegaan dat moeder de kinderen verzorgt en opvoedt. Het is lovenswaardig als vader iets doet, maar het is niet echt nodig. Hij gaat pas een rol spelen als de kinderen wat groter zijn. Wel wordt er van vader verwacht dat hij moeder steunt als zij het even zwaar heeft. Want spanning bij de moeder komt de opvoeding van de kinderen niet ten goede.

Mannen en vrouw kunnen even goed opvoeden
Na 1970 wordt er vaker geschreven dat mannen en vrouwen even goed kunnen opvoeden. Maar dat wordt meer met de mond beleden dan dat het in praktijk wordt gebracht: tot in de jaren ’90 gaan de opvoedingsboeken er vanuit dat moeder thuis is en vader werkt. De indirecte boodschap is volgens Wubs dan ook dat opvoeden nog steeds de verantwoordelijkheid van vrouwen is. Wel komen er vanaf 1983 boeken op de markt die vooral gericht zijn op vaders. Maar veel daarvan hebben volgens Wubs een lacherige ondertoon waarin het beeld van de onhandige vader wordt gehandhaafd. ‘Zo werd zelfs een boek aangeprezen met de tekst: “Dit boek praat over baby’s op een manier die zelfs vaders kunnen begrijpen”. Kennelijk is het sociaal nog niet geaccepteerd dat mannen ook kunnen zorgen.’

Drang om te overleven
Egbert te Velde, gynaecoloog en emeritus hoogleraar voortplantingsgeneeskunde, komt met een meer biologische verklaring voor het zorg-claimgedrag van vrouwen. Hij stelt dat de stereotypische rolverdeling tussen man en vrouw is voortgekomen uit de drang om te overleven. Mensenkinderen moeten lang verzorgd worden om te kunnen overleven. Vrouwen kiezen van oudsher daarom graag een man die hen kan beschermen in de tijd dat zij de kinderen draagt, baart en zoogt. Vonden vrouwen in de oertijd nog vooral spierkracht en een zekere mate van agressie belangrijk, later kwamen daar nog andere zaken bij zoals politiek inzicht, ruimtelijke oriëntatie, snelheden schatten en voorwerpen maken. Ondertussen ontwikkelde de vrouw zelf ook allerlei vaardigheden die haar konden helpen om haar kroost veilig te stellen. Zo leerde zij heel goed om zich in te leven in anderen. Hiermee was zij in staat de behoeften van haar kinderen in te schatten, goede en kwade bedoelingen van haar stamgenoten te doorzien, bondgenoten te werven in tijden van nood en gebrek en te anticiperen op gevaren van buiten. Het is volgens Te Velde dan ook niet gek dat de vrouw de zorgtaak naar zich toetrekt. Het is gewoon evolutionair bepaald en het zal haar in de meeste gevallen beter afgaan dan de man.

Aka-pygmee

Aka-pa: ‘Easy does it.’

Zorginstinct vaders
Maar Henk Hanssen is het niet met professor Te Velde eens. ‘Je kunt wel zeggen dat de zorgende rol van vrouwen en de macho jagersrol van mannen evolutionair bepaald zijn, maar er zijn ook tegenvoorbeelden. Bij de Aka-pygmeeën in de wouden van Noord-Congo zijn de vaders bijvoorbeeld heel erg zorgzaam. Ze verschonen hun kinderen, ze houden ze gemiddeld twee uur per dag dicht tegen hun lichaam aan én ze leggen de baby aan hun eigen tepel om het te kalmeren als de moeder er nog niet is. De intieme band tussen kinderen en vaders ontstaat doordat ze kleine kinderen permanent bij zich dragen als de hele stam op stap gaat om voedsel te verzamelen. Bij deze stam is het gewoon dat iedereen mee gaat op zoek naar eten, en omdat de vaders het sterkst zijn, dragen zij de kinderen.’ Daarnaast komt Hanssen met een tweede voorbeeld waaruit moet blijken dat vaders van nature ook zorgzaam zijn. ‘In 2001 is er in een Amerikaanse kliniek onderzoek gedaan naar wat er op hormonaal gebied met vaders gebeurt als hun partner zwanger is. Zij konden daar aantonen dat bij deze mannen minder mannelijke en meer vrouwelijke hormonen werden geproduceerd, waardoor vaders zorgzamer worden.’

Vincent Duindam: 'Kinderen net zo goed af zijn met een zorgende vader als met een zorgende moeder.'

Vincent Duindam: ‘Kinderen net zo goed af zijn met een zorgende vader als met een zorgende moeder.’

Moeders hebben voorsprong op vaders
Vincent Duindam, onderzoeker en schrijver van het boek ‘Zorgende Vaders’, weet van nog meer onderzoeken waaruit blijkt dat kinderen net zo goed af zijn met een zorgende vader als met een zorgende moeder. ‘Uit onderzoeken naar hoe de hechting tussen kinderen en ouders verloopt, blijkt dat kinderen zich net zo goed aan de vader als aan de moeder kunnen hechten. We weten al heel lang dat die hechting niets te maken heeft met wie van de ouders voedt. Het gaat meer om lichamelijk contact en de mogelijkheid om in te spelen op de behoefte van het kind. Wel is het vaak zo dat moeders een voorsprong hebben op vaders als zij de baby borstvoeding geven en dus meer fysiek contact hebben. Ook de tijd die ze met het kind doorbrengen tijdens het zwangerschapsverlof maakt dat zij sneller dan vaders een band opbouwen.’ Dat vaders in principe net zo goed kunnen zorgen als moeders, wil volgens Duindam niet zeggen dat ze het daarom op dezelfde manier zullen doen.

Vaders zijn gemakkelijker dan moeders
‘Vaders zijn vaak gemakkelijker dan moeders. Vaders schenken bijvoorbeeld limonade in als de kinderen thuiskomen, maar gaan daarna meteen klussen in plaats van even gezellig te kletsen – wat veel moeders zouden doen.’ En daar zit de crux van het probleem. Ondanks evolutietheorieën en historisch bepaalde stereotiepe beelden, blijkt uit bijna alle onderzoeken die met dit onderwerp te maken hebben, dat vrouwen over het algemeen graag willen dat mannen meer zorgtaken op zich nemen. Zolang hij het maar op háár manier doet. En dat is jammer, vindt Duindam. ‘Je bereikt als vrouw op deze manier alleen maar dat je partner in de toekomst eerder minder dan meer zal gaan zorgen. De lol is er voor hem van af. En dat terwijl je als ouders elkaar juist heel goed kunt aanvullen en van elkaar kunt leren.’ Volgens Duindam zou het voor moeders gezond kunnen zijn om hun drang tot perfectie een klein beetje te laten vieren. Dorien, moeder van twee kinderen van 8 en 4, is daar inmiddels ook wel achter. ‘Als mijn man voor de kinderen zorgt, zit hij rustig piano te spelen temidden van de chaos. Maar iedereen is dan wel tevreden. Ik ben geneigd me de hele tijd te bemoeien met hun spel en als ik om drie uur thee en koekjes voor ze heb klaargezet, voel ik het als een persoonlijke afwijzing als ze liever bij de buurjongens in de tuin blijven spelen. Mijn man denkt op zo’n moment: mooi, dan pak ik lekker de krant.’

Ouderschap als onderneming
Pedagoog Jeannette Doornenbal promoveerde in 1996 met het proefschrift ‘Ouderschap als onderneming’. Zij merkt op dat de vraag of de een nou zorgzamer is dan de ander, niet zo interessant is. Want voor beide seksen geldt: je sterke kant is tegelijkertijd ook je zwakke kant. Net als Duindam zegt zij dat het heel belangrijk is dat ouders elkaar scherp houden door van elkaar te blijven leren. ‘Ik denk bijvoorbeeld dat veel vaders van moeders hebben geleerd hoe ze gewoon lief kunnen zijn tegen de kinderen. Moeders, en dat gaven veel vrouwen uit mijn onderzoek toe, kunnen weer veel leren van vaders die vaak beter in staat zijn om grenzen te stellen en ruimte te creëren voor zichzelf.’

Zorgkapitaal
Vrouwen moeten dus gaan inzien dat hun man hen juist kan aanvullen in plaats van verdringen. Pas dan zal het volgens Doornenbal voor hen makkelijker worden om het ‘zorgkapitaal’, de exclusieve waardering die het zorgen voor de kinderen oplevert, op te geven. ‘Bijna alle vrouwen uit mijn onderzoek die de zorgtaken deelden met hun man, zeiden dat ze het niet (meer) anders zouden willen. Tenzij hun man echt te veel de kantjes eraf liep.’
Wat dat laatste betreft zouden mannen volgens Vincent Duindam wel eens wat kritischer naar zichzelf mogen kijken. Zeker als het om huishoudelijk werk gaat; dat hoort nou eenmaal ook bij de zorgtaak. Niet alleen lopen mannen vaker de kantjes er af, zij zijn ook geneigd om hun aandeel te overschatten. Dat is volgens Duindam ook weer niet zo vreemd. Als een man een dag voor de kinderen zorgt, reageert de omgeving al snel enthousiast. Die omgeving let dan niet zo op de details; het is immers al zo énig dat hij zorgt. Dat een vrouw zorgt en schoonmaakt, wordt nog steeds als iets vanzelfsprekends gezien. Zij zal dus veel minder enthousiaste reacties krijgen en haar aandeel in het geheel minder snel overschatten.

Kinderen met betrokken vaders zijn beter af
Hoe het ook zij: mannen doen niet genoeg hun best, vrouwen geven niet genoeg uit handen. Het is van het hoogste belang dat ouders hier wel uit komen met zijn tweeën. Zowel Henk Hanssen als Vincent Duindam wijzen op recente onderzoeken waaruit blijkt dat kinderen die opgroeien met een vader die een wezenlijk deel van de opvoeding voor zijn rekening neemt, beter af zijn. Want kinderen die zonder (aanwezige) vader opgroeien lopen meer kans om te falen op school, ontwikkelen vaker gedragsstoornissen, hebben meer problemen met drugs en alcohol, zijn eerder geneigd tot overcompenserend mannelijk gedrag (zonen) en overdreven bewijsdrang die zich kan uiten in diefstal of geweld. Of, om het positief te zeggen: vaders die 40 procent van de gezinszorg op zich nemen, hebben vaker kinderen met een betere motoriek, kinderen die meer initiatieven nemen; die zelfverzekerder, empathischer en psychisch stabieler zijn, én gemakkelijker de puberteit doorlopen. Tel uit je winst!

Chris (43) vader van twee kinderen van 4 en 8
‘Mijn vrouw werkt vijf dagen per week en ik zorg voor de kinderen. In het begin probeerde ze me nog wel wat aanwijzingen te geven, maar ik heb toen heel rigoureus gesteld dat ik over de opvoeding ga als zij er niet is. Zij bemoeit zich daar dan ook niet meer mee. Wel legt zij ’s morgens de kleren klaar voor de kinderen. Daar ga ik niet over in discussie; mijn vrouw werkt in de modebranche.’

Martine (41), moeder van een kind van 6 en een tweeling van 10
‘Ik heb er heel veel moeite mee dat mijn man de kinderen in hun eentje op een bepaalde plek laat spelen bij ons in de buurt, waar heel weinig andere mensen komen. Hij vindt dat dat moet kunnen, daar worden ze zelfstandig van. Ik vind dat te gevaarlijk. Een gulden middenweg zie ik niet en ik weet dan ook niet hoe ik dit moet oplossen. En daar komt steeds weer ruzie van.’

Nicky (37), vader van drie kinderen van 2,3 en 5
‘Zoals veel moderne mannen heb ik ook cursussen managementtrainee achter de rug. Alle tips die ik daar heb gekregen, komen mij van pas bij een dagje thuis “overleven”. ‘s Morgens maak ik een lijstje met mijn vrouw over wat ik die dag ga doen. Ik ben dus pro-actief, zoals dat heet. Soms bel ik haar op om te vragen of er nog niet iets bij het lijstje moet – zo voorkom ik klachten van haar bij thuiskomst. Mijn vrouw belt mij nooit op mijn werk.’

Tips voor vaders
1. Sta open voor tips van uw partner en doe die niet af als gezeur onder het mom van ‘Zo doe ik dat nou eenmaal’. Vrouwen kunnen van mannen dingen leren maar mannen natuurlijk ook van vrouwen – uw sterke kant is vaak ook uw zwakke kant.
2. Huishoudelijk werk hoort nu eenmaal bij ‘de zorgtaak’. Loop de kantjes er niet van af en overschat uw bijdrage niet te snel – veel mannen zijn daartoe geneigd.
3. Probeer een beeld te schetsen van de soort vader die u wil zijn.
Vragen als: waarom wilde u vader worden? Hoe wilt u herinnerd worden als vader? Wat wilt u aan uw kinderen doorgeven en hoe denkt u dat te doen? kunnen helpen dit beeld vorm te geven. Met zo’n duidelijke vadervisie kunt u problemen die onoplosbaar lijken, laten verdwijnen.
4. Blijf uw partner verleiden en blijf ontdekken waarom u met haar het kinderavontuur bent begonnen.

logo_jm

Dit artikel verscheen in 2005 in het tijdschrift JM/Ouders.

Tips van Henk Hanssen (IkVader) voor moeders 
1. Bevrijd uzelf van het ideaalbeeld een perfecte moeder te willen zijn. Het indrukwekkende feit dat u het kind hebt gebaard, wil niet zeggen dat alleen u weet wat het beste is voor een kind. Uit studies blijkt onomstotelijk dat mannen de behoeften van een jong kind net zo goed beantwoorden en aanvoelen als vrouwen. Dus: trek niet alle taken naar u toe en delegeer!
2. Gun uw partner zijn eigen manier in de omgang en opvoeding van de kinderen. Ja, hij trekt hen soms de ‘verkeerde’ kleren aan en heeft een hogere tolerantiegrens voor vuil, maar hoe erg is dat nou eigenlijk? Betrek hem vanaf het begin bij de opvoeding en maak hem medeverantwoordelijk. Hij wil niets liever.
3. Besef dat een betrokken vader van grote betekenis is voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen van vaders die 40 procent van de zorgtaken uitoefenen, scoren in onderzoeken beter op motorisch en psychisch vlak.
4. Maak van een relatie geen huishoudmachine. Reserveer een avond in de week om samen iets leuks te ondernemen.