erna-hooghiemstra

De scheve schaats van Erna Hooghiemstra

erna-hooghiemstraErna Hooghiemstra, directeur van de Nederlandse Gezinsraad, debiteert over het algemeen rake standpunten. In haar uitingen in de media laat zij zich doorgaans kennen als een pleitbezorger van een grotere betrokkenheid van vaders in de opvoeding. Maar gisteren reed ze plots een scheve schaats. Gevraagd naar de reden waarom moeders zo weinig gebruik maken van kinderopvang, stelt ze dat vaders deze situatie in stand houden.Leg eens uit, Erna.

Gekke Henkie
Een royale meerderheid van de Nederlandse moeders vindt dat niemand beter voor hun kind kan zorgen dan zij zelf. Driekwart van de moeders van mening is dat de zorg voor een kind helemaal niet, of slechts voor een of twee dagen door anderen kan worden overgenomen. Zie daar de voornaamste reden van het feit dat Nederland de gekke Henkie van Europa is als het gaat om de arbeidsdeelname van vrouwen. Zodra er kinderen komen staakt circa dertig procent van de Hollandse moeders het werken-voor-de-kost helemaal terwijl een nog grotere groep een deeltijdbaan aanvaardt. Tweederde van de vrouwen in Nederland gaat minder uren werken zodra het eerste kind zich aandient. Hoe meer kinderen er komen, hoe minder uren vrouwen werken. Minder dan tien procent van de werkende vrouwen met kinderen heeft een volledige baan, in tegenstelling tot mannen. Van de mannen die werken heeft 90 procent een voltijdsbaan, en de komst van één of meer kinderen verandert daar weinig aan. Slechts in 2 procent van de gezinnen met kinderen werken beide partnersin deeltijd. Het anderhalfverdienersmodel, mannetje werkt fulltime, vrouwtje in deeltijd, is in Nederland De Norm. In een land als Frankrijk of Zweden kijkt niemand er van op wanneer een moeder van twee jonge kinderen full-time werkt terwijl de kinderen na school naar de opvang gaan. De weinige Nederlandse vrouwen die dit presteren, krijgen van alle kanten commentaar te verduren. Vriendinnen, collega’s, haar eigen moeder: uit haar hele omgeving klinken zachte en harde verwijten op. Waarom? Gebrek aan opvangfaciliteiten? Is de kinderopvang te duur? Nee, zo blijkt uit de SCP-studie, het zit tussen de oren van de moeders! Zelfs zozeer, alweer volgens het SCP, dat zelfs een verruiming van de mogelijkheden voor kinderopvang niet zal leiden tot een hoger gebruik. ‘

‘Mannen houden het in stand’
Waarom denken vrouwen dat niemand beter voor de kinderen zorgt dan zij? Waarom hebben zij zo weinig vertrouwen in kinderopvang? Met deze vraag weet Erna Hooghiemstra wel raad. In het interview met NRC zegt ze: ‘Vergeet ook de mannen niet. Veel vaders hebben er belang bij dat hun vrouw voor de kinderen zorgt. Dat is voor hen heel flexibel. Zij houden het in stand.” Zij houden het in stand. Niet gehinderd door een bron, door pak-hem-beet een betrouwbare, representatieve enqûete, betoogt de directeur van ‘s lands Gezinsraad in ‘s lands kwaliteitskrant dat wij vaders het cultuurtje van mother knows best in stand zouden houden. Foei Erna! Toegegeven, uit eerder onderzoek (Nederlandse Instituut voor Welzijn, 2002) is inderdaad gebleken dat een krappe meerderheid van de Nederlandse mannen vindt dat niemand beter voor hun kinderen kan zorgen dan hun eigen vrouw. Maar, dat wil nog niet zeggen dat wij enkel met deze opinie dit hele cultuurtje ‘in stand houden.’ Daarmee overschat je onze invloed toch enigszins. De reden dat Nederland als geen ander land in de greep is van de moedermaffia, heeft toch echt langere wortels. We noemen er een paar, Erna, om je geheugen wat op te frissen.

Erfenis
Waarom vinden de meeste Nederlandse moeders het vanzelfsprekend dat de staat, na haar scheiding, het kostwinnerschap overneemt? Omdat mannen dat ook vanzelfsprekend vinden? Misschien, ook wij zijn opgevoed met deze vanzelfsprekendheid, maar daarmee ben je er niet. Nee, deze curieuze redenering is de erfenis van van onze cultuur. Al sinds het begin van de vorige eeuw is het getrouwde vrouwen onmogelijk gemaakt een baan met kinderen te combineren. Tot in de jaren zestig was het zelfs wettelijk verboden. One-job-policy. Dat wij als land ‘neutraal’ bleven in de Eerste Wereldoorlog was in vele opzichten een zegen, maar voor de emancipatie van de vrouw was het een ramp. In andere Europese landen namen de vrouwen het werk van de naar het front gezonden mannen over. Ook in de gezinnen waarin de mannen weer terugkeerden, was de kiem voor de emancipatie gelegd. Vrouwen kunnen werken! Nederland bleef echter behaaglijk spinnen onder de stolp van negentiende eeuwse burgerlijkheid waarin vrouwen voor de kinderen zorgen en mannen buitenshuis de kost verdienen.

Economische spurt
Natuurlijk is er het een & ander veranderd. Onder invloed van de tweede feministische golf, en de economische spurt in de tweede helft van de jaren negentig, is de arbeidsdeelname van vrouwen fors gestegen. In 2004 had ruim 65 procent van de vrouwen een betaalde baan van minimaal één uur in de week tegenover 53 procent van de vrouwen in 1995. Maar toegenomen werkdrift heeft de gedachte dat Moeder En Niemand Anders verantwoordelijk is voor de opvoeding van kinderen, allerminst weg kunnen poetsen. Deze actualiteit van deze opvatting wordt gereflecteerd door de ongelijkwaardige verhoudingen in ons familierecht. Hoewel het biologische vaderschap al jaren via DNA-onderzoek met honderd procent zekerheid is vast te stellen, is het de moeder die bepaalt of en zo ja onder welke voorwaarden zij een man zal toelaten tot het vaderschap. Een man die buiten een huwelijk een kind verwekt, moet, als hij wettelijk vader wil worden, met zijn vrouw naar het gemeentehuis waar zij kan aangeven dat hij daadwerkelijk vader is. Ze kan natuurlijk ook weigeren de gang naar het stadhuis te maken… In Romeinse tijden werd gesproken over de pater familias, de vader die juridisch zo machtig was dat hij zijn voor zijn voeten gelegd pasgeboren kind alsnog kon verstoten als de kleur haar hem niet beviel. Bij wijze van spreken. Tegenwoordig leven we, zonder ironie, in het tijdperk van de mater familias, de oppermachtige moeder die kan wikken en beschikken over het vaderschap.

Batman
Maar ach, Erna, dit hoef ik je allemaal niet te vertellen. Bijna maandelijks springen mannen in Batman & Robin-pakken van de voorgevel van een of ander groots gebouw en helaas, ook bijna maandelijks schiet een vader zijn gezin naar God. Nee, ik wil die wanhoopsacties niet op een hoop gooien maar, ik geloof wel dat te veel vaders in een pressure cooker leven. Zie jij weleens vrouwen de straat op gaan om hun recht op meer werk, op een evenwichtiger verdeling van arbeid en zorg, op een rechtvaardiger juridische positie van ouders te eisen? Nee. De meeste Nederlandse vrouwen vinden het wel prima zo, zoals diverse onderzoeken illustreren. Ze bewijzen hooguit lippendienst aan het moderne idee dat een man meer betrokken zou kunnen worden bij de opvoeding, maar o wee als hij – of de juf van de kinderopvang – zich er daadwerkelijk mee gaat bemoeien. Maar goed, we kunnen het onze vrouwen niet kwalijk nemen. We zijn kinderen van dezelfde cultuur. Hoe noemde Louis Tavecchio, hoogleraar in de kinderopvang te Amsterdam, die cultuur ook alweer, in datzelfde stuk in NRC? Juist, de cultuur van de spruitjeslucht. Ruim baan voor een krachtige afzuigkap!